Inentingen

Ons fretje is onze lieveling en we willen het dan ook zo goed mogelijk beschermen. Daar hoort dan ook een vaccinatie bij. Om een idee te geven wat er juist gebeurt met zo'n inenting, geven we hier een kleine uiteenzetting. Een fretje wordt ziek wanneer bv. een virus of bacterie zich in het dier nestelt.

Tegen sommige virussen vond de mens echter een oplossing, de fret vaccineren. Vaccineren betekent een uit verzwakte ziekteverwekkers bestaande entstof injecteren. Deze entstof bestaat uit antigenen die in het bloed of weefsel van de fret een immunologische reactie veroorzaken d.w.z. antilichamen of T-lymfocyten vormen.

Sommige van deze antigenen bestaan uit een gedood virus, anderen uit een levend verzwakt virus of uit bepaalde onschadelijke delen van een virus. Zeer belangrijk is, dat deze antigenen van een vreemde celcultuur afkomstig moeten zijn. De entstof mag dus niet van honden- of frettenembryocelculturen gewonnen worden.

Entschema

Pups

Fretjes mogen vanaf dat ze zes weken oud zijn, voor de eerste keer ingeënt worden, want vanaf 5 weken is een fretje capabel om antistoffen aan te maken. De tweede inenting (booster) wordt gegeven ten vroegste 3 en ten laatste 5 weken na de eerste inenting. Daarna is het voldoende om elk jaar een hernieuwende booster te geven.

Volwassen fretten

Wanneer er geen gegevens bekend zijn omtrent vorige inentingen, of wanneer de vorige inentingen niet gebeurden volgens de voorgaande info, dan wordt het fretje ingeënt en na 3 tot 5 weken wordt een booster gegeven. Daarna een jaarlijkse booster.

Een correct entschema ziet er dan als volgt uit:

Puppy

tussen 6 en 8 weken
tussen 10 en 12 weken
één maand later

Hondeziekte, Leptospirose
Hondeziekte, Leptospirose (eventueel ook Rabies*)
(eventueel herhaling Rabies*)

Daarna elk jaar herhalen
(* Rabies is enkel nodig indien er met de fret boven Samber en Maas wordt gereisd.)

Volwassen fret

eerste inenting
tweede inenting
één maand later
Hondeziekte, Leptospirose
Hondeziekte, Leptospirose (eventueel ook Rabies*)
(eventueel herhaling Rabies*)

Daarna elk jaar herhalen
(* Rabies is enkel nodig indien er met de fret boven Samber en Maas wordt gereisd.)

Onderstaande animaties verduidelijken het hierboven beschreven entschema:

Correct ingeënt, met Booster

Fout ingeënt, zonder Booster

Klik voor animatie.

Klik voor animatie.

Om de animaties te kunnen zien, heb je wel de Macromedia Flashplayer nodig.

Je dierenarts zal het dier vóór de vaccinatie onderwerpen aan een onderzoek en nagaan of het geen symptomen van ziekte vertoont en of het dier sterk genoeg is.

Verklering van de termen

De letters in het geel staan voor de vermelding in het dierenartsboekje

Distemper of maladie de carré (D of C)

Hondeziekte of ziekte van Carré wordt veroorzaakt door het hondenziektevirus. De verspreiding vindt plaats via de lucht en via speeksel, urine en ontlasting van besmette dieren. Het virus is zeer besmettelijk voor honden van alle leeftijden, maar komt het meest voor bij pups en verzwakte honden.

Symptomen: In het acute stadium zijn dat koorts, braken, anorexia, ontstoken tonsillen (??) en een zwakke vochtige hoest. In een later stadium ook huidontsteking in de liezen, oog- en neusuitvloeiing, longontsteking, diarree en uitdroging. De kans op genezing is zeer klein. Een fret moet hiertegen ingeënt worden.

Hepatitis of leverontsteking (H)

Hepatitis HCC (Hepatitis Contagiosa Canis) of Ziekte van Rubarth wordt veroorzaakt door een virus, waarvan de verspreiding plaatsvindt via de lucht en via speeksel en urine van besmette dieren.

Een fret is hier niet aan gevoelig. De entstof zit echter meestal op voorhand in de coctail.

Ziekte van Weil (L)

Leptospirosis, ook wel rattenziekte of ziekte van Weil genoemd, kan worden overgedragen door zieke ratten die de bacterie met de urine uitscheiden, waarbij vooral in stilstaand water gevaar bestaat voor mens en hond. Ook kan de bacterie worden overgedragen met de urine van besmette maar niet (meer) zieke honden, door bijvoorbeeld het besnuffelen van elkaars geslachtsdelen. Besmetting via wondjes in huid-cq slijmvliezen maar ook door besmet drinkwater of voedsel.

Symptomen: koorts, sloomheid, anorexia, spierpijn, icterus (??), anaemie (??), nierontsteking, braken, diarree, rode aders op conjunctiva (??). Kans op genezing is zeer klein vooral als er laat wordt behandeld. Door aantasting van lever en nieren kan deze infectie bij een niet gevaccineerde fret heel snel fataal zijn.

Door vaccinatie opgewekte antilichaamtiters (??) bereiken zelden waarden hoger dan 1:200 en zijn na 2 à 3 maanden weer negatief. De verkregen immuniteit na herhaalde inentingen (zoals bij een pup) houdt echter langer aan. Daarom kan men zijn fret voor de jaarlijkse vaccinatie het beste laten vaccineren tegen leptospirose in het voorjaar (april), omdat daarna de kans op besmetting het grootst is en de immuniteit slechts beperkte tijd aanhoudt.

Leptospirose is echter geen frequent voorkomende aandoening, maar men kan beter het zekere voor het onzekere nemen.

Parvo (P)

Parvo wordt veroorzaakt door het canine parvovirus. De besmetting is transplacentaal (??), direct of indirect contact met besmette faeces / urine / braaksel / speeksel, waarbij subklinisch geïnfecteerde honden reservoir zijn en bepaalde rassen (bijvoorbeeld rottweiler en dobermann) een verhoogde gevoeligheid hebben. Fretten zijn hieraan niet gevoelig.

Symptomen: hoge koorts, anorexia, braken (soms met bloed), bloederige diarree met typische weeïge geur, uitdroging. Het virus vermeerdert zich het liefst in sneldelende cellen (darmepitheel (??) en bij zeer jonge pups het myocard (??).

Rabies (R)

Hondsdolheid of rabiës is een levensgevaarlijke ziekte voor alle warmbloedige dieren. Symptomen kunnen ontstaan na enkele weken tot 3 maanden, waarbij het gaat om gedragsveranderingen, agressie/sloomheid met sterfte binnen een week.

Bij het geringste vermoeden van hondsdolheid wordt de fret geëuthanaseerd in het belang van de volksgezondheid. De ziekte komt in Nederland nagenoeg niet voor, maar de bosrijke gebieden van Duitsland en België zijn berucht om hun hondsdolheidsgevaar.

Fretten kunnen hier best tegen ingeënt worden als er regelmatig uitstapjes in het bos gemaakt worden. In sommige landen is deze inenting verplicht.

Adeno virus type 2 (A2)

Het Adenovirus is verantwoordelijk voor verkoudheden, hiertegen kan de fret echter zelf antistoffen aanmaken. Met andere woorden, de fret hoeft hiervoor geen inenting.

Para-Influenza (PI)

Para-influenza is niet hetzelfde als influenza. Influenza veroorzaakt griep, maar Para-influenza heeft niets met griep te maken. Het veroorzaakt bij honden een zware aantasting van de luchtwegen met longontsteking en wordt steeds gevolgd door een bijbesmetting met bacteriën zodat het geheel nog ernstigere vormen aanneemt en tot de dood van het dier kan leiden.

Fretten zijn van nature zo goed als immuun voor para-influenza. Wanneer ze in aanraking komen met dit virus, kunnen sommige fretten wat symptomen vertonen van hogere luchtweginfecties (= verkoudheid). Ze niezen af en toe, hebben een loopneus en hoesten. Het is zeker geen dodelijke aandoening.

Fretten die al zwaar ziek waren voor de besmetting met para-influenza, zijn meer vatbaar voor het virus en zullen sneller symptomen vertonen dan gezonde dieren die zelden symptomen zullen vertonen. Hoe dan ook, voor fretten is het niet nodig hiervoor te vaccineren.

Panleucopenie (PL)

Panleucopenie ofwel "kattenziekte" is wereldwijd de meest bekende infectuieuze aandoening van de kat. Het virus komt overal op de wereld voor, is zeer besmettelijk en zieke katten gaan er bijna altijd aan dood.

Het kattenziektevirus blijft buiten het lichaam erg lang besmettelijk, in tegenstelling tot het leukosevirus en de virussen die niesziekte veroorzaken. Katten kunnen hierdoor op allerlei manieren besmet raken: via de handen van de handelaar, de schoenzolen van een toevallige bezoeker, de vlooien van een kat of de kleding van personen. Virussen zijn zeer klein en met het blote oog niet te zien.

Bij niet beschermde katten tast het virus voornamelijk het maagdarmkanaal aan. Daarnaast worden ook de lymfeklieren en het beenmerg aangetast. Hierdoor daalt de weerstand van de patiënt dramatisch en krijgen andere ziekteverwekkers een kans het ziektebeeld sterk te verergeren. Meestal overlijdt de kat aan de gevolgen van deze ziekte.

Het zal u duidelijk zijn dat vaccinatie heel belangrijk is. Gelukkig zijn er al vele jaren goede en veilige vaccins tegen kattenziekte beschikbaar. Het is nuttig dat iedere kat jaarlijks tegen kattenziekte wordt gevaccineerd omdat het virus overal kan voorkomen en dat de kat de ziekte dus overal kan oplopen.

Fretten zijn ook hieraan niet onderhevig en dienen bijgevolg niet ingeënt te worden. Kattenziekte of panleukopenia virus behoort eveneens tot de groep van de parvo virussen, samen met het canine parvovirus type 2, het mink enteritis virus en het wasbeer parvovirus. Fretten zijn immuun voor al deze types van het parvovirus.

Eindconclusie

Wil je op veilig spelen? Dan ent je je fret in voor D distemper, L Leptospirose, R Rabies. het laatste is niet noodzakelijk, maar wel interessant.

Alle bijkomende inentingen zijn in feite overbodig, wat niet betekent dat ze slecht zijn. Je zal alleen moeten betalen voor iets waar je fret geen voordeel uit haalt. De pharmaceutische industrie produceert coctails die verschillende entstoffen bevatten. Ze doet dit uit economische overweging. Het marktaandeel honden en katten ligt ver boven dat van andere dieren, vandaar dat de meeste entcoctails zijn gebaseerd op deze dieren hun behoefte.

Vandaar dat je dus nooit de ideale coctail voor fretten zal vinden. Vaccins verkregen op basis van hondecellen (vanguard 7 en enduracell 7) zijn niet geschikt voor uw fret, omdat fretjes door deze vaccins mogelijk hondenziekte (of een licht vorm hiervan) gaan ontwikkelen. Duramune DA2PI, Nobivac DP, Nobivac DH en Trivirovax CHP (vervangt Canivac CH ) zijn doeltreffende inentingen tegen hondenziekte, een aanvulling met Istolept zorgt voor bescherming tegen Leptospirose.

volgende pagina